woensdag 21 april 2010




Mr. J.P. Amersfoordt (1817-1885): Heer van De Badhoeve een veelzijdig pionier in Haarlemmermeer(5)

Zoals ik in de vorige aflevering vertelde, bestonden er nog al wat spanningen tussen burgemeester Amersfoordt en leden van de Haarlemmermeerse gemeenteraad. De verhoudingen in de gemeenteraad leken echter te verbeteren met een gewaagd plan van Amersfoordt. In 1863 kwam Amersfoordt met het plan om de Haarmemmermeerpolder met een spoorwegverbinding uit haar isolement te halen. Er waren al anderen geweest met dergelijke plannen, maar het plan van Amersfoordt is het meest opzienbarend. De afwezigheid van schutsluizen had het scheepvaartverkeer steeds belemmerd. De gemiddelde afstand, die moest worden afgelegd om landbouwproducten naar de Ringvaart te brengen, waar zij in schepen moesten worden overgeladen, waren voor de meeste boeren veel te groot. Amersfoordt had met zijn spoorwegenplan zijn eigen visie om dit probleem op te lossen. Het was een dubbel plan. Ten eerste projecteerde hij een spoorlijn van Amsterdam, langs Sloten en Kruisdorp (Hoofddorp) naar Leiden, met een zijtak van Venneperdorp (Nieuw-Vennep) langs Alphen naar Gouda, die daar zou aansluiten op de Rijnspoorweg naar Rotterdam. Dit traject kwam overeen met één van de oude scheepvaartroutes over het Haarlemmermeer. De tweede hoofdlijn in het plan liep van Zandvoort over Heemstede dwars door de Haarlemmermeerpolder naar Breukelen, waar deze lijn ook zou aansluiten op de Rijnspoorweg. In Zandvoort zou een steiger in zee en een kleine haven moeten worden aangelegd. Daar kunnen kleine zeeschepen hun goederen lossen, bijvoorbeeld steenkolen voor de gemalen van de Haarlemmermeerpolder. Zakenlieden uit Amsterdam kunnen tegen het eind van de dag hun gezin opzoeken dat aan het strand ontspanning zoekt.
De kosten van het plan raamde Amersfoordt op f 15.000.000. In de gemeenteraad en in vergaderingen van het polderbestuur sprak hij met enthousiasme over dit grootse project. Hij hield lezingen, schreef artikelen en publiceerde een brochure over dit onderwerp. Op oudejaarsdag 1863 keurde de gemeenteraad met algemene stemmen het ontwerp goed en besloot zelfs te participeren in een lening van f 25.000, die werd uitgeschreven om een nadere bestudering van de spoorwegplannen te bekostigen. Voor het plan werd een Maatschappij opgericht, met Amerfoordt als voorzitter van de Raad van Commissarissen en Dijkgraaf J.W.M. van de Poll als ondervoorzitter. Deze maatschappij, die ook aandeelhouders had, vroeg op 10 juni 1864 een concessie aan bij de regering. In deze jaren bestonden er in Nederland allen particuliere spoorwegmaatschappijen, waarvan de Rijnspoorweg de belangrijkste was. Om een spoorlijn aan te leggen was een concessie van de regering nodig. Amersfoordt onderbouwde de aanvraag voor een concessie met een aantal argumenten: Het gaat om de vraag hoe de gemeente tot de meeste bloei gebracht kan worden en hoe kan de gemeente in verbinding worden gebracht met ‘hoofdplaatsen van handel, bestuur en beschaving’. Wegverkeer biedt weinig mogelijkheden. De kwaliteit van de wegen is slecht en rechte hoeken zijn moeilijk te nemen voor diligences en omnibussen. Scheepvaartverkeer is evenmin een oplossing, omdat de vaarten in de polder geen verbinding hebben met de Ringvaart. In zijn plan heeft hij echter weinig oog voor de aanleg- en exploitatiekosten. Amersfoordt had evenals zijn supporters hoge verwachtingen van de concessieaanvraag voor zijn spoorwegenplan. Het zou immers voor de jonge maar nog grotendeels geïsoleerde polder een goede verkeersverbinding opleveren voor personen en goederen met de buitenwereld. Op 29 augustus 1866 krijgen de aandeelhouders echter een gedrukt bericht, dat de Maatschappij ontbonden is. De concessie is niet officieel geweigerd, maar het duurde te lang en de achtereenvolgende ministers hebben afhoudend gereageerd. Desondanks werd het plan van Amersfoordt een halve eeuw in grote lijnen overgenomen. In 1912 kwam een spoorwegennet in Haarlemmermeer tot stand.

Drs Hans Dolman jr.

maandag 12 april 2010












Stoomploeg (Hist. Museum Haarlemmermeer)

Prins Jérome Napoleon (HMH)

Mr. J.P. Amersfoort (1817-1885): Heer van De Badhoeve een veelzijdig pionier in Haarlemmermeer(4)

Op 11 juni 1862 overleed de eerste burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer, Mr. M.S.P. Pabst. Ruim een jaar later benoemde Koning Willem III Amersfoordt tot zijn opvolger. Hij zou deze functie zeven jaren vervullen gecombineerd met het leiden van zijn landbouwbedrijf. Op 26 september 1863 houdt Amersfoordt open huis op de Badhoeve ter gelegenheid van het Congres van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Er was een demonstratie van het stoomploegen op de Badhoeve voor de leden van de verschillende Landbouwmaatschappijen in Nederland. Zij konden velden zien, die door de stoomploeg bewerkt waren. Verder konden ze dors-, maal en snijwerktuigen bezichtigen, die in de winter door de stoomlocomobiel tegelijk worden aangedreven. Alle leden van de verschillende maatschappijen zouden op vertoon van hun lidmaatschap gratis toegang tot deze demonstratie. Overige belangstellenden kregen toegang tegen betaling van ƒ1,- voor de ziekenbus van de werklieden. Dit laatste is tekenend voor Amersfoordt.
Bij deze gelegenheid werd Amersfoordt door de Koning onderscheiden door hem te benoemen tot Ridder in de orde van Nederlandsche Leeuw, daarmee erkennende de verdienste van Amerfoordt voor de landbouw in Nederland.
In april 1864 wordt de Badhoeve vereerd met het bezoek van Prins Jérome Napoleon uit Frankrijk. Hij was een neef van Napoleon III, president van de Tweede Republiek van Frankrijk. Op 28 april volgt een brief van hem, waarin hij aan Amersfoordt mededeelde dat de keizer hem benoemd had tot ridder in het “Légion d’Honneur” ter beloning van de door hem bewezen diensten aan de landbouw in het algemeen en aan het consulaat-generaal van Frankrijk in het bijzonder. Met die “verdiensten” zouden bedoeld zijn de door Amerfoordt gegeven adviezen op agrarisch gebied, zoals die betreffende vrijheid van handel in slachtvee, vrijheid van graanhandel en het bewaren (opslaan) van granen, de inrichting van een “code rural” (landbouwwet). het ontginnen van woeste gronden, het droogleggen van plassen en het ploegen. Amersfoordt kreeg met deze nationale en buitenlandse onderscheidingen een erkenning voor zijn pioniersschap op het gebied van de landbouw.
Erkenning viel Amersfoordt vaak niet ten deel als burgemeester in de gemeenteraad. Hij ondervond hier voortdurend de grootse tegenwerking. Zijn eigen sarcasme en ironie hebben deze tegenstellingen nog eens verscherpt. Onder pseudoniem schreef hij een scherp artikel over de gemeenteraad van Puyterveen, waarvan hij lid was. Dit was in werkelijkheid de gemeenteraad van de Haarlemmermeer. Amersfoordt schreef hierover: "Een half uur voor den aanvang van den gemeenteraad komen de leden bij elkaar in de herberg van Jan Klappey, teneinde te overleggen welke bevelen aan den burgemeester gegeven zullen worden. Teneinde den burgemeester goed te doen gevoelen dat hij niet meer dan een loontrekkende bediende is, zal men hem bovendien een half uur laten wachten en nooit anders dan gezamenlijk binnenkomen, zoodat hij de vergadering niet toch zou kunnen openen met een minder getal leden en aldus de anderen van hun presentiegeld berooven". Deze zinsnede is tekenend voor de scherpe pen van Amersfoordt, maar ook voor de verhoudingen en de sfeer in die gemeenteraad. Aan de andere kant was Amersfoordt een ongeduldig man, als het ging om mensen die naar zijn mening door hun oude opvattingen ontwikkelingen vertraagden.

Drs. Hans Dolman jr.