dinsdag 2 februari 2010


Economisch hart van de Randstad


Na de Tweede Wereldoorlog begint de wederopbouw. Er valt een ongekend snelle ontwikkeling waar te nemen in economische bedrijvigheid. Veel bedrijven uit de Randstad vestigen zich in de Haarlemmermeer vanwege de gunstige expansiemogelijkheden. Ten gevolge van de verdergaande mechanisatie is er in de landbouw grote werkeloosheid ontstaan. Deze kan echter worden opgevangen door de vraag naar arbeidskrachten in de industrie. In 1949 is de nieuwe vliegtuigfabriek van Fokker gereed bij het vliegveld Schiphol. Een bedrijf als Vicon ontwikkelt zich tot marktleider op het gebied van landbouwmachines.

Tot 1950 is de Haarlemmermeer een uitgesproken landbouwgebied gebleven met een bevolking van hardwerkende, vooruitstrevende agrarierers. 60 % van de beroepsbevolking is dan nog werkzaam in agrarische en semi-agrarische beroepen. Hierin komt na 1950 verandering.

Het oude Schiphol is te klein geworden. In 1967 wordt de nieuwe nationale luchthaven geopend. Schiphol zorgt voor werkgelegenheid in de Haarlemmermeerpolder.
Tegelijkertijd werkt het als een magneet voor de komst van andere bedrijven. De groei van Schiphol heeft dus een uitstralingseffect op het bedrijfsleven. Ook de infrastructuur past zich aan. De belangrijke verkeersader Amsterdam-Den Haag wordt aangelegd.
Meer werkgelegenheid betekent ook meer woningbouw. In 1981 krijgt de gemeente Haarlemmermeer de groeikernstatus. Burgemeester Van Stam zorgt ervoor dat deze wordt toegewezen. De status van groeikern zorgt voor extra geld van het Rijk om deze groei te verwelijken. Er wordt uitgegaan van de bouw van 10.000 tot 15.000 huizen tussen 1980 en 1995. Het vormt de omslag in het terughoudende woningbeleid van de gemeente Haarlemmermeer. Rijk en provincie willen hiermee het ruimtelijk beleid veranderen. De Haarlemmermeer als economisch hart begint vorm te krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten