maandag 1 maart 2010





(Historisch Museum Haarlemmermeer)

(Historisch Museum Haarlemmermeer)

Mr. J.P. Amersfoordt (1817-1885): Heer van De Badhoeve een veelzijdig pionier in Haarlemmermeer(3)

Amersfoordt verwierf de meeste bekendheid in landbouwkringen en daarbuiten door de aankoop en invoer van een Engelse stoomploeg. Het werktuig werd door een aan de rand van een te ploegen akker staande locomobiel door de te ploegen grond getrokken waardoor de stoomlocomobiel regelmatig verplaatst moest worden. De ploeg was speciaal ontworpen voor deze manier van werken en had meer scharen dan een paardenploeg en werkte dieper. In 1860 reisde Amersfoordt naar Engeland om demonstraties bij te wonen van stoomploegen op een tentoonstelling in Leeds. Een van de gedemonstreerde stoomploegen was van John Fowler en had de belangstelling van Amersfoordt. In oktober 1861 volgde een bezoek van een van de vertegenwoordigers van Fowler aan de Badhoeve. Hij verklaarde dat de stoomploeg rendabel zou kunnen zijn voor gebruik op de Badhoeve. Op 16 augustus 1862 vertrok Amersfoordt opnieuw naar Engeland met drie van zijn arbeiders en bestelde daar een stoomploeg van Fowler. Zijn arbeiders raakten langzamerhand gewend aan het nieuwe apparaat. Amersfoordt had zich gerealiseerd, dat de Engelse ploeg niet geschikt was voor de grond in Haarlemmermeer. Om deze reden had hij een Hohenheimer ploeg naar Engeland meegenomen om door Fowler een groter ploeglichaam te laten maken dan de normale standaard.
Na de overtocht naar Amsterdam en problemen met lossen in de haven en tijdens transport op het terrein van de Badhoeve werkte de eerste stoomploeg in Nederland op 15 oktober 1862. Amersfoordt ploegde eerst zelf, waarna één van zijn arbeiders het overnam.
Amersfoordt beschouwde de aanschaf van een stoomploeg als een belangrijke stap voor zijn bedrijf, maar ook voor de toekomst van de landbouw in Nederland. Hij kondigde nadrukkelijk aan in dat het om een beproeving ging. Er moesten nog vele aanpassingen aan het apparaat gemaakt worden voordat het geschikt was. Eind november van datzelfde jaar stelde Amersfoort tevreden vast dat;"…de stoomploeg is beproefd goed voor Nederland".
De kranten en de vakpers stonden vol met berichten over de machine. Amersfoordt stimuleerde deze publiciteit waar hij maar kon. Bezoekers uit het gehele land kwamen naar de Badhoeve om deze nieuwe machine te bekijken.

Het invoeren van nieuwe landbouwmethoden en het gebruik van nieuwe landbouwwerktuigen door Amersfoordt kon echter niet altijd rekenen op de sympathie van alle boeren uit de omgeving. De boeren waren achterdochtig en stonden niet open voor al die nieuwigheden en experimenten van een heer uit de stad. Zij zagen hem als een man, die veel geld uitgaf aan onverantwoorde dingen, terwijl zij zelf in financieel opzicht het niet makkelijk hadden. Mislukte experimenten van de hereboer Amersfoordt konden rekenen op leedvermaak bij deze boeren. Het was een tragische relatie tussen Amerfoordt en deze groep. In werkelijkheid was Amersfoordt een sociaal bewogen mens, die begrip had voor de moeilijke situatie van veel boeren in Haarlemmermeer. In 1856 haalde Amersfoort in een lezing in Amsterdam fel uit tegen sommige grondeigenaren in de Haarlemmermeer:"Wilt ge een recept om spoedig rijk te worden door arme lieden uit te zuigen, te leven van hun zweet? Koop dan een groot stuk grond zoo goedkoop mogelijk, het geeft niet hoe de hoedanigheid van de bodem is, want iedereen wil land huren. Verdeel het in kleine percelen, verhuur die voor tien gulden per honderd ellen per jaar, laat het geld liefst eenige jaren vooruit betalen. Laat uw pachters een ellendige hut bouwen van planken en stroo en sla dan pacht op. Kunnen zij niet betalen, zoo behoren de hutten en het land 'met opstallen' is weer meer waard. Zorg er voor, dat ge nooit op uw land aanwezig zijt. Of uw pachters te kampen hebben met ziektes, epidimieën, misgewas, dood, bemoeit u er niet mee; dat zijn de zorgen voor de buren, de gemeente. Als er geld verzameld wordt om een kerk of een school te bouwen, wees dan nooit te vinden. Wees zelf lid van een bijbel- of zendingsgenootschap in de stad, maar zuig de Meer uit ten koste van menschen en grond"
Het waren bittere woorden van Amerfoordt in de richting van grootgrondbezitters in de Haarlemmermeerpolder. Hij was zich welbewust van de vaak moeilijke positie van de kleine pachters in de de jonge polder, desondanks bleef zijn verhouding een tragisch misverstand. Hij miste zelf het vermogen om met deze groep een dialoog aan te gaan, omdat hij hen niet zag als volwaardige gesprekspartners. Zij hadden volgens hem niet de kennis en waren bovendien voor het merendeel analfabeet. Wanneer op 7 juli 1855 de Haarlemmermeerpolder de gemeente Haarlemmermeer is geworden, wordt Amersfoordt raadslid. Wanneer een jaar later de Commissie van Beheer en Toezicht over de droogmaking plaats maakt voor een polderbestuur wordt hij hoofdingeland. In beide functies bestrijdt hij de macht van de landeigenaars. Hij bepleit in het polderbestuur de belangen van de Laaglanders. Met het afwateringsysteem werd en wordt nog steeds het waterpeil in de in de polder geregeld. De landbouw was en is nog steeds afhankelijk van watertoevoer voor de verbouwde gewassen.
De Haarlemmermeerpolder is overal niet even diep. Er waren hoge en lage gronden. Dit leidde tot conflicten tussen hoog- en laaglanders. De boeren op het hoge land hadden een hogere waterstand nodig dan die op het lage land. Hooglanders brachten illegaal met wipmolentjes de waterstand op voor hun gunstig peil. Laaglanders dienden officieel een verzoek in bij het polderbestuur om afwatering en en stuurden als argument een reeks waterstandsmetingen. Het polderbestuur (waterschap) moest in deze conflicten een oplossing bieden en op zijn minst een beslissing nemen. Het pleidooi van Amersfoordt had aanvankelijk geen succes.
In 1857 liet hij zich als burger van Amsterdam uitschrijven en werd ingezetene van de gemeente Haarlemmermeer. Hij hield niet allen bezig met de modernisering van zijn eigen landbouwbedrijf, maar wilde deze vernieuwing ook aan anderen propageren. In 1858 richt hij met andere vooruitstrevende grondeigenaren de afdeling Haarlemmermeer van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw op. Vooral vooraanstaande liberale boeren waren lid. Amersfoordt wordt met een meerderheid van stemmen tot voorzitter van de Maatschappij gekozen. Landbouwtechnische voorlichting via cursussen en tentoonstellingen stonden voorop. Daarnaast werden er demonstraties gegeven met nieuwe landbouwwerktuigen. De Maatschappij zorgde verder voor de collectieve aankoop van onder andere zaaizaad en kunstmest en propageerde de methode van wisselbouw om de grond niet uit te putten.
Amersfoordt bewerkt de Kamer van Koophandel van Amsterdam, die bij het gemeentebestuur van die stad aandringt op het stichten van een markt voor de landbouwproducten van Haarlemmermeer; echter zonder resultaat. In de gemeenteraad zet hij zich in voor een raadhuis, voor een ziekenhuis en een begraafplaats. Het bleef vooralsnog bij plannen. Zijn eigenzinnigheid leidde vaak tot ernstige conflicten in de gemeenteraad. Desondanks heeft Amerfoordt zijn bijdrage geleverd aan de verbetering van de levensomstandigheden van de bewoners in Haarlemmermeer: de tot standkoming van scholen en zijn maatregelen ter bestrijding van epidemische ziekten.

Drs. H. Dolman jr.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten